Bepalen van de ernst
Als de diagnose mastocytose is gesteld, wordt het bloed onderzocht om de ernst van de mastocytose te bepalen. Hierbij worden de verschillende bloedcellen, leverwaarden en het tryptasegehalte bekeken.
Tryptase is een stofje dat vrijwel alleen vrijkomt uit mestcellen. Het tryptasegehalte in het bloed is een indirecte maat voor het aantal mestcellen in iemands lichaam, maar hangt opvallend genoeg niet direct samen met de ernst van symptomen. Ook als het tryptasegehalte normaal is, kan iemand systemische mastocytose hebben.
Om de uitgebreidheid van de ziekte vast te stellen wordt de grootte van de lever en de milt bepaald met behulp van geluidsonderzoek (”echo”-onderzoek). Ook wordt onderzoek van het skelet verricht waarbij met name gekeken wordt of er sprake is van botontkalking en/of van ingezakte wervels. Wervels kunnen vaak inzakken zonder dat men daarvan iets heeft gemerkt.
Maagdarmklachten kan een reden zijn om gericht te kijken naar de aanwezigheid van de afwijkende mestcellen in de wand van maag en/of darm.
Als een persoon met mastocytose allergische reacties heeft gehad kan onderzoek door een allergoloog zinvol zijn om de oorzaak te achterhalen. Iemand met mastocytose kan namelijk ook een specifieke allergie hebben voor bijvoorbeeld een medicijn, voedsel of het gif van een insect. Opnieuw blootstelling aan zo’n uitlokkende stof kan dan een (soms ernstige) anafylactische reactie geven.